In mijn werk ben ik op zoek naar de ware natuur van de beelden die ik te zien krijg uit het archief. Maar wat is die ware natuur eigenlijk waar ik naar op zoek ben?
In de tijd van de Romantiek aan het eind van de 18e en in de 19e eeuw kwam er een nieuwe waardering voor de natuur. Men begon oog te krijgen voor de kunstmatigheid van de stadscultuur en de romanticus zette zich af tegen de ontwikkelende industrie, technologie en wetenschap. Men begon de waarde in te zien van de onbedorven natuur. De natuur was onkneedbaar en onvormbaar en werd gezien als zelfstandig organisme. Met als hoogtepunt de wildernis waar de natuur in zijn meest authentieke vorm te vinden was.
In een oneindige beeldenstroom ben ik als onderzoeker en maker opzoek naar een zelfde wildernis. Een plek waar beelden in hun meest authentieke en ‘natuurlijke’ vorm te vinden zijn. Waar de beelden mij niet vertellen wat ik moet kopen of wie ik moet zijn, maar waar de beelden het ware verhaal over zichzelf vertellen. Het verzetten tegen industrie en technologie, zoals de romanticus uit de 19e eeuw deed, is tegenwoordig onmogelijk geworden. We leven in een westerse cultuur waar ons dagelijks leven en zelfs ons ‘zijn’ wordt doordrenkt door industrie, technologie en kapitalisme. Zonder zouden we niet kunnen overleven. Belangrijke waardes van de romanticus als emotie, zelfbeeld en verbeelding worden tegenwoordig bewust en onbewust gestuurd door de commerciële grootmachten om ons heen. Zij bepalen wat we zien en hoe we het zien. Was in de tijd van de Romantiek de natuur nog een alternatief vluchtoord, voor ons is echte wildernis misschien niet meer te vinden.
Maar bestaat er dan nog wel zoiets als de ware natuur van beelden? En zijn begrippen als natuur, originaliteit en authenticiteit niet iets van het verleden?
In zijn tekst ‘The Work of Art in the Age of Mechanical Reproduction’ stelt Walter Benjamin dat de massamedia de samenleving zodanig hebben veranderd dat de dagelijkse ervaring van de werkelijkheid niet meer authentiek is. Door de representatie en reproductie van beelden zien we niet meer de ware natuur van wat wordt afgebeeld maar een representatie gemaakt door een camera. De camera en zijn bewegingen, evenals als de cuts en edits bepalen het beeld in plaats van het afgebeelde zelf. Een representatie of reproductie van het afgebeelde heeft dus eigenlijk niks meer met de authenticiteit of ‘aura’ van het afgebeelde te maken. Maar ik denk dat er in deze representatie zelf ook een aura te ontdekken valt. De aura van de afbeelding. Als we de afbeelding zo goed mogelijk strippen van zijn technische manipulaties en zijn context komt naar mijn mening de ware natuur van het beeld steeds meer bloot te liggen. Dus niet de aura van het afgebeelde maar de aura van de afbeelding, de aura van de representatie van de werkelijkheid. Deze aura van een beeld zal zich transformeren bij elke keer dat het beeld bekeken wordt. Als een kameleon die zich aanpast aan zijn omgeving en mee transformeert met elk paar ogen die hem bekijken. Oftewel naar Plato: Schoonheid, of in dit geval de aura, schuilt in het oog van de waarnemer. De waarnemer zal een afbeelding interpreteren en spiegelen met zijn eigen werkelijkheid waaruit nieuwe betekenissen zullen ontstaan. Dus om de ware natuur van beelden te ontdekken zullen we uiteindelijk de wildernis van onze eigen ogen in moeten gaan. Een wildernis van interpretatie, intuïtie en emotie. Net zoals de romanticus trek ik deze wildernis in, om het zelfstandig organisme, dat wat een beeld eigenlijk is, te ontdekken en te bestuderen.
Header afbeelding: Forest of Fontainebleau – Jean-Baptiste-Camille Corot
Comments are closed.